Spelregels tennis

TMDuinvliet heeft alle officiële regels op een rij gezet. Twijfel je steeds over de exacte regelgeving, wil je meer weten over de tennisregels of gewoon op de hoogte zijn van de regels van je sport? Hier kan je het nalezen!

Afmetingen

Officiële afmetingen van de tennisbaan
  • Lengte baan (van baseline tot baseline): 23.77m
  • Breedte baan bij dubbelspel: 10.97m
  • Breedte baan bij enkelspel: 8.23m
  • Breedte tramrails: 1.37m
  • Hoogte net aan de zijkanten van het veld: 1.07m-1.09m
  • Hoogte net in het midden van het veld: 0.914m

Officiële afmetingen e.d. van de uitrusting en bal

  • Tennisballen: doorsnee ongeveer 6.5 cm
  • Tennisballen: gewicht ongeveer 57 gram
  • Tennisballen: stuiterhoogte van een hoogte van 2.5 meter losgelaten moeten ze van een ondergrond tussen de 1.27m en 1.52m hoog opspringen.
  • Racket: geen beperkingen aan grootte en gewicht. Het racket moet een enkelvoudige bespanning hebben.
Vanaf 1 januari 2001 kan volgens de internationale tennisspelregels naast de gebruikelijke tennisbal nog een andere type tennisbal worden gebruikt. De leveranciers van ballen zullen (op de blikken) duidelijk aangeven met welk type bal men te maken heeft. Het gebruikelijke type waarmee wij in Nederland reeds jaar en dag spelen zal type 2 genoemd gaan worden. Dit type bal is geschikt om op alle soorten trage en gemiddeld snelle banen zoals gravel en kunstgrasbanen te worden gebruikt. Daarnaast is er de zogenaamde type 3 bal. Deze bal is groter dan de gebruikelijke bal. Wij adviseren deze bal alleen op snelle banen zoals tapijt en natuurlijke gras te gebruiken. Bovendien zal er in de toekomst een baltype 1 komen. Van deze bal is op dit moment alleen aan te geven dat dit type zeer geschikt zal zijn om mee op trage banen te spelen. Alle typen ballen mogen in de "op druk gebrachte" vorm en in de zogenaamde "nul-druk" of drukloze vorm worden gebruikt. Voor wedstrijden in officieel KNLTB-verband geldt dat hiervoor al leen ballen mogen worden gebruikt die door de ITF of de KNLTB zijn goedgekeurd.


Spelsoorten

De 5 spelsoorten zijn:

  1. Herenenkel, één heer tegen één andere heer;
  2. Damesenkel, één dame tegen één andere dame;
  3. Herendubbel, twee heren tegen twee andere heren;
  4. Damesdubbel, twee dames tegen twee andere dames;
  5. Gemengd dubbel (mix), één dame met één heer tegen een ander koppel met ook één dame en één heer.
Het is toegestaan dat junioren en senioren in toernooiverband tegen elkaar spelen, mits er geen leeftijdsgrenzen zijn vastgesteld.


Serveren & retourneren

Serveerder en ontvanger De speler die serveert (de bal opslaat), is de serveerder; de speler die ontvangt, is de ontvanger.

Serveren of kant kiezen
Voor het begin van de wedstrijd wordt door loting uitgemaakt wie met serveren begint en wie de kant kiest. Degene die de loting wint, mag kiezen tussen serveren of ontvangen en zijn tegenstander mag dan de kant kiezen, aan welke hij de wedstrijd wil beginnen. Kiest de winnaar kant, dan mag de ander kiezen tussen serveren of ontvangen. Ook kan de winnaar van de loting bepalen dat zijn tegenpartij de eerst keus doet.
Zie ook:
Baanwissel

Serveren
Voor het begin van de opslag moet de serveerder met beide voeten achter de achterlijn staan, en wel afwisselend aan de rechter- en aan de linkerkant van het midden van de baan. Bij het begin van elke game begint de serveerder van rechts.
Hoe men serveert, moet men grotendeels zelf weten, als de bal maar eerst in de lucht wordt gegooid en via het racket geslagen wordt, voordat de bal de grond heeft geraakt. De bal mag dus niet stuiteren, maar een onderhandse service mag wel. Men heeft geserveerd, zodra het racket de bal geraakt heeft.
Zie ook: Serveerfouten, Serveerrichting

Serveren in de dubbel
De serveervolgorde wordt in een dubbelspel bij het begin van elke set bepaald. Het paar dat begint, moet uitmaken wie van de twee het eerst serveert. Het andere paar beslist, zodra zij aan de eerste serveerbeurt toe zijn.
In de 3e game serveert de partner van de eerste serveerder, in de 4e game de partner van de tweede serveerder. Zolang de set duurt, gaat het in deze volgorde verder, maar bij het begin van de volgende set mag men, als team, (bijv. om tactische redenen) van de volgorde van de vorige set afstappen.

Terugslaan in de dubbel
Bij de ontvangers is het natuurlijk precies andersom gesteld. Men bepaalt voor het begin van de match wie rechts of links staat en wie dus als eerste de service ontvangt. Ook hier blijft deze volgorde, eenmaal gekozen, tijdens de complete duur van de set hetzelfde. Daarna mogen de retourneerders als ze willen de volgorde veranderen.

Voet- en serveerfouten
Sommige dingen zijn bij het serveren niet toegestaan: Zie ook: Punten scoren

Serveerrichting
De geserveerde bal moet over het net worden geslagen in het vlak diagonaal daar tegenover. Op de lijn geslagen ballen zijn "in" en worden derhalve ook goedgekeurd. De ontvanger mag de service pas retourneren, als de bal de grond heeft geraakt. Is de eerste opslag fout, dan heeft de serveerder altijd het recht om een tweede keet te serveren ('tweede service'). Pas als ook die tweede service fout is, verliest de serveerder het punt.

Ongeldige opslag
De opslag is ongeldig als: In al deze gevallen moet de service worden herhaald. Er wordt een let gespeeld.

Ontvanger klaar?
De serveerder mag pas serveren, als de ontvanger klaar is. Indien de ontvanger een poging doet om terug te slaan, ook als hij niet klaar was, wordt aangenomen dat hij klaar was. Dus als hij dan de bal mist, is het punt voor de serveerder.

Opslagwissel in enkelspel (single)
Als het eerste spel (game) ten einde is, verwisselt men van service. In een (heren/dames)enkelspel verwisselt men na elke game van service.
Zie ook: Serveren in de dubbel

Bal in het spel
De bal is in het spel, zodra de service correct heeft plaatsgevonden. De bal blijft in het spel totdat het punt is gemaakt.


Baanwissel

Na het eerste, het derde, het vijfde en na elk ander oneven spel wordt van baankant gewisseld (dus bij de standen: 1-0 2-1 3-2 3-0 4-3 4-1 5-4 5-2 5-0 6-5 6-3 6-1 7-6). Als de set ten einde is, wisselt men ook. De eerste game van deze nieuwe set hebben de spelers alleen geen recht op pauze. Anders is er bij een baanwissel altijd een korte rust. Volgens de internationale tennisregels mag deze pauze maximaal 2 minuten zijn.
Nieuwe regel: Na elke set wordt er ook gewisseld. In de eerste game van deze set is er nu geen pauze mogelijk.


Punten scoren

Punt voor de serveerder
De serveerder wint een punt wanneer:

Punt voor de ontvanger
De ontvanger wint een punt wanneer:
De serveerder tweemaal achtereen fout serveert (dubbele fout); Zie verder onder Puntverlies.

Puntverlies
Een speler verliest een punt wanneer:
  • Hij de bal niet terugslaat, eer de bal tweemaal op zijn helft de grond heeft geraakt;
  • Hij de bal buiten de lijnen slaat;
  • Hij een bal slaat, die zich nog op de helft van de tegenpartij bevindt (bijv. van het volleren);
  • Hij zijn racket gooit naar de bal en deze raakt;
  • Hij de bal tweemaal direct achter elkaar raakt;
  • Hij het net raakt terwijl de bal nog in het spel is;
  • Hij de bal met zijn lichaam raakt.
Bal op de lijn
Omdat de lijnen tot de baan behoren, telt een bal die op de lijn valt als goed. Ook als het grootste gedeelte van de bal buiten de lijn de grond raaktm naar een deel van de bal de lijn, is de bal "in".

Goed teruggeslagen
Een geretourneerde bal is goed, indien de bal na het net, de netband, de netpalen of een ander tot het net behorend voorwerp heeft geraakt en vervolgens in het goede vak binnen de lijnen van het veld (of servicevak in geval van een service) is het terechtgekomen.


Puntentelling

Indien de speler een punt maakt (zelf scoort of via een foute slag van de tegenstander) dan staat hij op 15, wint hij ook het tweede punt dan staat hij op 30, wint hij ook het derde punt dan klimt zijn score naar 40 en als hij ook het vierde punt naar zich toetrekt, dan heeft hij een game gemaakt. Maar er zijn uitzonderingen op die regel. Indien beide spelers 3 maal een punt hebben gescoord, staat het 40 gelijk ("deuce"). Wie daarna scoor komt op "voordeel" (advantage); wint hij bij die stand het volgende punt, dan is de game voor hem. Maar als de tegenstander het volgende punt maakt, dan is het opnieuw gelijk enzovoort, totdat een van de spelers na de gelijke stand (deuce of daarna) tweemaal achtereenvolgens scoort. Daarmee is dan die game (dat spel) beslist. In thorie kan "deuce-voordeel/nadeel" eindeloos doorgaan. Hieronder een voorbeeld van hoe een game zou kunnen verlopen: 15-0, 30-0, 30-15, 40-15, 40-30, 40-40 (deuce), voordeel, deuce, nadeel, deuce, nadeel, GAME.

Het Beslissend Punt Systeem (No-Ad Scoring System) is in 2001 officieel in de Tennisspelregels opgenomen als alternatief voor de gebruikelijke telling.


Strafpuntensysteem (SPS)

In het oude strafpuntensysteem waren de stappen voor de gedragsovertredingen als volgt: eerste overtreding: waarschuwing; tweede overtreding: strafpunt; derde overtreding: wedstrijdverlies. Het nieuwe systeem gaat ervan uit dat men niet voor drie "kleine overtredingen" gediskwalificeerd dient te worden. Er wordt dan ook bij de derde en elke volgende overtreding ongeacht de stand in de game een gameverlies geteld. Uiteraard kan een speler die een zeer ernstige overtreding begaat nog steeds direct gediskwalificeerd worden. Dit heeft ook gevolgen voor de suspensiepuntenbepalingen in het CR en WTR. Gedragsovertredingen zullen vanaf 1-1-2001 als volgt via het Strafpuntensysteem worden bestraft: voor de eerste overtreding - een waarschuwing voor de tweede overtreding - puntverlies voor de derde en elke volgende overtreding - spelverlies Na de derde overtreding zal echter de wedstrijdleider c.q. hoofdscheidsrechter (HS) bepalen of een volgende overtreding tot diskwalificatie (partijverlies) zal leiden. Wanneer spelverlies wordt opgelegd, verliest de bestrafte speler het lopende spel (onafhankelijk van de stand in dat spel). Indien bv. op de stand 40 - 15 aan de serveerder spelverlies wordt opgelegd, wordt dat spel aan de ontvanger toegekend en begint het volgende spel op 0 - 0. Spelverlies telt zowel voor het wisselen van ballen als voor het wisselen van speelhelft voor één spel. Toelichting: Het nieuwe Strafpuntensysteem is zodanig opgezet, dat een official een speler, die een aantal minder ernstige gedragsovertredingen heeft begaan, niet behoeft te diskwalificeren. Het nieuwe systeem is niet opgezet om de beoordeling van gedragsovertredingen te versoepelen. Dus wat tot nu toe een gedragsovertreding was, is nog steeds een gedragsovertreding. Het enige verschil is dat de straffen zijn veranderd.


Diskwalificatie

Wanneer moet de wedstrijdleider c.q. HS tot diskwalificatie van een speler overgaan? De mogelijkheid om een speler direct te diskwalificeren blijft onveranderd: de wedstrijdleider c.q. HS kan een speler dus zelfs voor een enkele gedragsovertreding diskwalificeren. Onmiddellijke diskwalificaties worden opgelegd voor zeer ernstige gedragsovertredingen zoals: Het wegsmijten van het racket of wegslaan van een bal op een zodanige manier dat iemand pijnlijk geraakt wordt (bv. een toeschouwer, official, ballenkind of tegenstander), zelfs indien de speler niet de intentie had die persoon pijn te doen. Het gaat hier om het duidelijk pijnlijk raken van iemand, niet slechts het feit dat de bal de betrokkene geraakt heeft. Het wegsmijten van het racket of wegslaan van de bal waarbij iemand opzettelijk het doelwit is (bv. een toeschouwer, official, ballenkind of tegenstander), zelfs indien die persoon niet geraakt wordt. Ernstige belediging of uitschelden direct tot iemand gericht (d.w.z. met oogcontact, wijzen of het dreigend vlak bij iemand gaan staan) Ernstige fysieke mishandeling. Zeer ernstig onsportief gedrag (bv. een speler die agressief de scheidsrechtersstoel heen en weer schudt of een speler die iemand bespuugt).


Tie-break

De tie-break regeling stelt in werking, zodra een gelijke stand van 6-6 is bereikt. Deze beslissende fase van een set verloopt als volgt:

Tie-break in het enkelspel
De speler die het eerst 7 punten bezit (met een voorsprong van twee punten) heeft een tie-break en daarmee de set gewonnen. Wordt er in die tie-break een 6-6 stand bereikt, dan moet men zolang doorgaan, totdat een van beide spelers een voorsprong van 2 punten behaald heeft. Men telt in dee tie-break niet 15-0, 30-1 enz., maar 1-0, 2-0 enz.
De speler die de tie-break met de opslag begint, serveert voor één punt, maar zijn tegenstander daarna voor het tweede en derde punt. Vervolgens serveren beide spelers voor twee punten achtereen, totdat vaststaat wie gewonnen heeft.
Vanaf het eerste punt wordt er afwisselend vanaf de rechter- en de linkerkant geserveerd.
Er moet van kant gewisseld worden na elke 6 punten en ook nadat de tie-break ten einde is.

Tie-break in het dubbelspel
In de tie-break wordt het dubbelspel op dezelfde manier gespeeld als het enkelspel. De speler die met serveren begint, serveert voor het eerste punt. Daarna gelt voor iedere speler die aan de beut is dat hij voor twee punten achtereen serveert. Dat gaat zo door tot vaststaat wie de tie-break, en dus ook de set, gewonnen hebben.

Opslag-volgorde
De speler die (het duo dat) in de tie-break met serveren is begonnen, ontvangt de service in de eerste game van de volgende set.


Sets

Setwinst
Een speler die 6 games heeft gescoord, heeft de set gewonnen op voorwaarde dat er een verschil is van tenminste 2 games. Dat betekent dus dat als de set niet uit is, als iemand met 6-5 de leiding heeft genomen. Het kan na een 6-5 stand, 6-6 worden (tie-break) of 7-5 (winst).

Hoeveel sets?
In het algemeen is die speler winnar van de partij, die 2 sets heeft gewonnen. Er zijn echter toernooien, waaronder de Davis Cup en de Grand Slam toernooien (Australian Open, US Open, Rolland Garros, Wimbledon), waarin bij herenpartijen diegene de winnaar is, die 3 sets heeft gewonnen. Bij dames wordt nooit om meer dan 3 sets gespeeld ("best of three"), maar bij de heren kan een partij die om 3 gewonnen sets gaat, maximaal 5 sets duren. Dit systeem noemt men "best of five".


Rustpauzes na een set

Aan het eind van iedere set is er een onderbreking -onafhankelijk van de stand- van 120 seconden (2 minuten). Indien de set na een even aantal spellen is geëindigd ( 6-0, 6-2, 6-4 of 7-5 ), wisselen de spelers na deze onderbreking niet van speelhelft. In relatie tot deze nieuwe regel is er geen 90 seconden-onderbreking na het eerste spel van enige set. De spelers wisselen dan zonder te rusten van speelhelft (zoals dat ook bij het wisselen van speelhelft in een tie-break het geval is). Tijdens een setpauze moet de scheidsrechter na 90 seconden "tijd" roepen en daarna evt. "15 seconden" indien een speler na 105 seconden nog geen aanstalten maakt om naar zijn speelhelft te gaan. Indien een speler na 120 seconden (2 minuten) nog niet gereed is te spelen, moet een straf voor tijdsovertreding worden opgelegd. Indien bij een setpauze blessuretijd wordt opgenomen, begint die 3 minuten blessuretijd na 90 seconden (wanneer de scheidsrechter normaliter "tijd" zou aankondigen) of wanneer de hulpverlener begint met de behandeling van de speler, indien dat later is. De hulpverlener moet de behandeling staken zodra "Einde behandeling" wordt afgekondigd. Na de afkondiging "Tijd" dient de speler binnen 30 seconden het spel te hervatten. Indien een speler bij een setpauze van de baan af wil (bijv. voor een sanitaire onderbreking nadat hij zijn reglementaire toiletpauze al heeft opgenomen) moet hij op een zodanig tijdstip terug zijn, dat hij na 120 seconden (2 minuten) gereed is om te spelen. Indien hij na 120 seconden niet gereed is om het spel te hervatten, moet een straf voor een gedragsovertreding worden opgelegd.


Sanitaire onderbrekingen

Sanitaire onderbrekingen, die éénmaal tijdens een partij om twee gewonnen sets, c.q. tweemaal tijdens een partij om drie gewonnen sets zijn toegestaan, mogen voortaan uitsluitend tijdens een setpauze plaatsvinden. Ook van het recht van vrouwen op één extra onderbreking voor het verwisselen van kleding mag voortaan uitsluitend tijdens een setpauze worden gebruik gemaakt. Voor alle wedstrijden geldt dat, zodra het inspelen is begonnen, elke sanitaire onderbreking die wordt opgenomen, als één van de toegestane onderbrekingen geldt, ongeacht of de tegenstander al dan niet de baan heeft verlaten. In alle dubbelspelpartijen (voor mannen en vrouwen, zowel in partijen om 2 als om 3 gewonnen sets) mag elk team in totaal twee sanitaire onderbrekingen opnemen. Indien partners samen de baan verlaten, telt dit als één van de toegestane onderbrekingen. Indien de gezondheidstoestand van een speler het noodzakelijk maakt, dat hij op enig moment naar het toilet moet kunnen gaan, bijv. bij maag- of darmklachten, moet hij hierover vóór de partij contact opnemen met de wedstrijdleider c.q. HS. Indien deze zijn verzoek toestaat, moet de scheidsrechter hierover - vóór de partij - worden geïnformeerd en wordt de speler toegestaan zijn sanitaire onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze op te nemen. Indien zich tijdens een wedstrijd het probleem voordoet dat een speler (anders dan in bovenstaand voorbeeld) plotseling heel dringend naar het toilet moet, dan zal hij dit aan de scheidsrechter kenbaar maken. De scheidsrechter moet hem dan vertellen dat hij moet wachten tot de volgende setpauze. Als de speler blijft aandringen moet de scheidsrechter vragen of het zo dringend is dat hij echt niet langer kan wachten. Als de speler dit beaamt mag de scheidsrechter hem toestaan om de baan te verlaten voor een toiletpauze. De overweging hierbij is dat de speler in een dergelijk geval het recht heeft om een verzorger naar de baan te laten komen voor een medische diagnose. Dit zou kunnen resulteren in de beslissing om de speler dan alsnog naar het toilet te laten gaan, waarmee nog meer tijd verloren zou gaan. Dit laat onverlet dat de scheidsrechter in alle gevallen moet trachten om sanitaire onderbrekingen zoveel mogelijk plaats te laten vinden tijdens setpauzes. Voorts kunnen er, in het vrouwentennis, andere redenen zijn (die de speelster liever niet met de - mannelijke - scheidsrechter wil bespreken) die het nodig maken dat zij dringend de baan moet verlaten. In deze situaties moet de scheidsrechter de speelster vragen of het inderdaad dringend is en haar zonodig toestaan de baan te verlaten voor een onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze, mits zij haar twee toegestane onderbrekingen nog niet heeft opgenomen. Voor sanitaire onderbrekingen en onderbrekingen voor het verwisselen van kleding geldt in Nederland alleen voor vrouwen een maximale tijdsduur van 5 minuten (in aansluiting op de 2 minuten setpauze). Overschrijding van de toegestane tijdsduur wordt beschouwd als een tijdsovertreding die wordt bestraft met een "waarschuwing" voor de eerste overtreding en "puntverlies" voor iedere 20 seconden daarna. Een speler mag daarenboven zonodig iedere speelhelftwisseling gebruiken voor sanitaire doeleinden. Overschrijdt de betrokken speler echter de maximaal toegestane tijd van 90 seconden (bij speelhelftwisseling), resp. 2 minuten (bij setpauze), dan wordt hij volgens het strafpuntensysteem direct gestraft voor het begaan van een gedragsovertreding. Opschorting en uitstel Bij hervatting van een afgebroken partij geldt voortaan de volgende regel m.b.t. een evt. nieuwe inspeeltijd: bij een oponthoud van 0-15 minuten - geen nieuwe inspeeltijd bij een oponthoud van 15-30 minuten - drie (3) minuten inspeeltijd bij een oponthoud van 30 minuten of meer - vijf (5) minuten inspeeltijd